Een blog uit het archief – Zaterdagavond 4 mei. Het is half 8 en we hebben net de peuter op bed gelegd. Hoewel we normaal gesproken amper de tv op een zender aan hebben, zet Sebas zonder discussie de tv aan op de Dodenherdenking. Ik ben er blij om dat we hier geen woorden voor nodig hebben. Dit hoort er gewoon bij. Het komt goed uit dat Nova nog moet eten, dus rekken we haar fles tot net voor achten. Hier in huis wordt er in twee minuten zo stil mogelijk herdacht.

Van kleins af aan gewoon twee minuten stil op Dodenherdenking

Al zo lang ik me kan herinneren, zijn we op 4 mei om 20.00u twee minuten stil. Mijn ‘kleine neefie’ is deze dag jarig en ook zijn verjaardag werd ‘stilgelegd’ om samen met de familie de twee minuten stilte in acht te nemen. Wellicht was dit ook wel omdat mijn Opa en Oma de oorlog hebben meegemaakt als dertigers. De leeftijd die ik nu heb. Een jong gezin met een klein kindje en de tweede die in ‘43 werd geboren. Mijn papa. En de rest van de 7 die in de jaren erna werden geboren.

Van nature emotioneel

Altijd al heeft de dodenherdenking me aangegrepen. Ik ben van nature een ‘emotioneel’ mens. Ik kan makkelijk huilen als iets me aangrijpt. Zo ook met dodenherdenking. Jarenlang heb ik mijn orkest de begeleiding van de plaatselijke dodenherdenking gedaan. De laatste keer dat ik dat deed was het jaar dat mijn andere Opa twee weken voor Dodenherdenking overleed. Ik was 18. Stond ik daar te spelen, terwijl de tranen over mijn wangen stroomden. Daarna heb ik ‘vriendelijk geweigerd’. Ik kan het gewoon niet meer.

Het grijpt me, nu meer dan ooit, aan

Ik merk dat ik, nu ik moeder ben, me dit soort zaken nóg meer aangrijpen. Als je moeder wordt, zit er als allereerste een soort overlevingsmechanisme in je dat er voor zorgt dat je alles, maar dan ook echt ALLES voor je kinderen zou doen. Ik denk terug hoe het voor mijn Oma moet zijn geweest, met twee kleine kinderen en zwanger van de derde terwijl het leven zó onzeker was. Gevaarlijk. Niet wetende wat er zou gaan gebeuren. Of je voldoende eten hebt om je kindjes te voeden. Of je je man nog terugziet aan het eind van de dag. Dat soort ideeën komen bij mij voor in mijn ergste nachtmerries. Dat ik met mijn twee kinderen in mijn eentje moet vechten voor ons leven. Om wat voor reden zou moeten onderduiken en twee kleintjes die het niet begrijpen stil moet houden. Omdat een of andere mafkees heeft bedacht dat ik er niet mag zijn.

Onder de indruk van oorlogsverhalen

Ik ben altijd onder de indruk geweest van verhalen over de Tweede Wereldoorlog. Als 15-jarige zat in met een van mijn beste vriendinnetjes op een muurtje naar een militaire begraafplaats aan de invasiestranden in Frankrijk. Ik weet nog hoe stil we waren. We niet wisten we we moesten zeggen. Hoe zwaar het gevoel was op die plek. Ik vraag me af hoe dat anders zou kunnen. Hoe zou je immuun kunnen zijn voor de gevoelens die deze verhalen en plaatsen oproepen? Hoe kan al die ellende geen indruk op je maken? En hoe kunnen mensen zeggen dat Dodenherdenking niet meer nodig is, dat het geschiedenis is?

Bewust van mijn vrijheid

Ik ben ieder jaar me er keihard van bewust dat ik mijn fijne leven mag leiden omdat er mensen zijn geweest die hebben teruggevochten. Mensen die met de gevaar voor eigen leven ervoor hebben gezorgd dat anderen de oorlog hebben overleefd. En ik sterk me met de gedachte dat er mensen die zijn die net als ik willen voorkomen dat dit ooit nog gebeurt in ons land.

Want dat is het allerbelangrijkste.

Dodenherdenking is onze geschiedenis

Laten we zorgen dat we geleerd hebben van het verleden. Ook in een wereld die aan enorme veranderingen onderhevig is. Het begint bij simpelweg aardig doen tegen elkaar. Voor elkaar zorgen. Elkaar accepteren ook al ben je anders dan ‘de rest’. Onze eigen verantwoordelijkheid nemen in onze samenleving. Zodat Dodenherdenking een onderdeel zal blijven van onze geschiedenis wat we in vrijheid kunnen herdenken.

Heb jij ook herdacht deze avond? En hoe ga jij er mee om wat betreft je kinderen?

Uitgelichte afbeelding: Nationaal Commité 4 & 5 mei.

liefs Kirsten