Een van de dingen die ik graag doe is zelf brood bakken. Vroeger had ik een broodbakmachine en bakte ik elk weekend wel een lekker vers broodje voor bij het ontbijt of de borrel. Zelf brood bakken is niet moeilijk en zelfs ook nog erg goedkoop maar het allerbelangrijkste: het is zo lekker!

Duurzaam, goedkoop en vooral leuk!

Ik werd door vrienden geïnspireerd om weer een keer zuurdesembrood te bakken. Zij bakken het brood om duurzamer bezig te zijn. En stiekem is vind ik het ook wel interessant om wat groener te worden. Zuurdesem is een natuurlijke manier van gisten. Door een soort papje te maken, de desem, hoef je geen gist meer toe te voegen aan je deeg. Zuurdesembrood is trouwens niet per definitie zuur. En wat leuk is, met elke bloem of meelsoort kun je aan de slag.

Hoe ga je dan beginnen?

Een aantal jaar geleden maakte mijn ex, de kok, een zuurdesemstarter met de informatie uit het boek van Edwin Klaasen. Aangezien dat boek nog ergens in de opslag ligt, zocht ik op internet informatie op over het bakken van zuurdesembrood en het maken van een desemstarter. Ik vond die informatie in overvloed bij Xandra Bakt Brood. Zij beschrijft op haar website in hele duidelijke stappen hoe je zelf aan de slag moet, mocht je straks ook helemaal geïnspireerd zijn en ook je eigen ‘Schatje’ willen maken!

Naar de molen!

Samen met de peuter ging ik naar de molen hier aan de rand van het dorp. Daar kochten we roggemeel voor de desemstarter. Ik las namelijk dat het starten met een roggedesem het makkelijkst is. Daarnaast kocht ik speltmeel om straks de daadwerkelijke broden mee te bakken. Een weckpot had ik nog wel in huis en zoals het je vast niet zal verbazen, bakspulletjes in overvloed hier.

Aan de slag met een desemstarter

Dus zo gingen we aan de slag. 50 gram meel en 50 gram water. Beetje roeren, in de glazen pot en dan weer 24 uur wachten. Nou, er was na die eerste 24 uur eigenlijk niet zoveel gebeurd. Dus de volgende dag nog een keer ‘gevoerd’. Toen ik op de derde dag beneden kwam, zag ik wel dat er wat was gebeurd in de pot. Slim als ik dacht te zijn, heb ik de pot toen in mijn gootsteenkastje gezet. Daar staat namelijk de boiler van onze heetwaterkraan en daar is het dus aangenaam warm. En dit had effect! ‘s Middags had ik een mooi bubbelend zooitje smurrie in de pot zitten.

Zondagochtend
Whoehoe! Bubbeltjes!

Vijf dagen voeren

Na vijf dagen van voeren en roeren, was mijn desemstarter klaar om mee te gaan bakken. Omdat ik speltmeel had gekocht om brood mee te bakken, zocht ik op de site van Xandra een recept voor desem speltbrood. Omdat het ik zonde vond om zoveel van mijn desemstarter weg te doen, heb ik twee porties gebruikt om brood mee te bakken. Als alles goed gaat, bak ik morgen dus twee broden!

Wat doe je met de rest?

Van je desemstarter hou je dan nog best wel wat over. Xandra’s suggestie is om daar dan pannenkoeken mee te bakken. Na wat googlewerk vond ik hier een recept voor desempannenkoeken. En zo staat er nu dus in mijn keukenmachine een pannenkoekenmixje te fermenteren. Daar bak ik vanavond of morgenochtend pannenkoekjes van! Klinkt goed toch? En niks verspild!

Brood bakken

Voordat ik kon gaan bakken, moest er ook gekneed worden. Dat mocht gelukkig met de keukenmachine met een deeghaak. Dus daar had ik geen omkijken naar. Vervolgens zette ik het deeg nog een nacht in de koelkast voor de ‘tweede rijs’. De volgende dag het deeg uit de koelkast gehaald, nog een paar uurtjes op kamertemperatuur laten komen en vervolgens afgebakken in een warme oven met een schaaltje water onderin.

Rijzen, rijzen en nog meer rijzen…

Ok, ik geef toe, het is een beste kluif werk, dat hele zuurdesembrood bakken. Maar wat wel heel fijn is, je kunt het precies naar jouw smaak maken. Dus ook glutenvrij of dik dubbel donker volkoren. Ik vind het vooral leuk om te experimenteren. Mijn desemstarter staat inmiddels in de koelkast zodat ik ‘m eens per week kan voeren en kan gebruiken wat ik nodig heb.

Bak jij ook wel eens zelf brood? En wat vind je dan lekker om te maken?