‘Mama, waarom maak je mij wakker?’ terwijl ze nog een keer in haar ogen wrijft. ‘Nou moppie, je wil toch naar school vandaag? Dat moet je nu uit bed komen, anders komen we straks te laat’. Ik dirigeer haar naar de badkamer om te plassen en tanden te poetsen. Kom op Pip, een beetje opschieten! ‘IK WIL NIET PLASSEN!’, staat mijn inmiddels 4-jarige te roepen. ‘Ik wil niet op de wc, ik wil op het potje!’. Ik onderdruk een diepe zucht. School is vermoeiend, ik weet er alles van maar is het nou echt nodig dat vanaf nu echt alles een strijd moet worden?
Opschieten, vergeet het maar
Als we eenmaal beneden zijn, (applausje voor mezelf omdat we gisteravond de kleding voor vandaag al hebben klaargelegd) begint de volgende strijd. Ze moet eten. En dat gaat zo snel als dikke stront door een trechter. Ze wil per se twee boterhammen maar eet nog geen halve op in de tijd die ik nodig heb om de trommeltjes te vullen. Ik sta me echt op te vreten, want ik heb een grondige hekel aan te laat komen. ‘Kom op Pip, even een beetje opschieten. Als de lange wijzer op de 6 staat, moeten we écht weg!’.
Ochtendmens
Het is zo’n schril contrast met mezelf, deze kleuter, die totaal niet vooruit te branden is. Zelf ben ik namelijk ongelooflijk efficiënt ’s ochtends. Ik doe het liefst zo min mogelijk en ga het liefst zo snel mogelijk de deur uit. Ik zorg dat alles ’s avonds klaar staat om, wanneer ik mijn vaste route door het huis loop ’s ochtends, alles zo in mijn tas te kunnen gooien. Mijn planning is altijd superstrak en omdat het zo’n vast ritueel is, hoef ik eigenlijk ook nooit echt op te schieten. Zolang mijn planning loopt zoals ik ‘m in mijn hoofd heb, kan er niks misgaan. Maar dan is daar mijn kleuter.
De lange wijzer staat al bijna op de 6!
‘Mama, het is al bijna tijd om te gaan!’ zegt ze me. Nee joh! Ik sta al met mijn schoenen en jas aan, terwijl zij onder lichte dwang haar beker melk achterover gooit. De tweede boterham doe ik in een trommeltje, die kan ze mooi in de auto nog wel opeten. Zonder al te veel gedoe laat ze me haar schoenen aantrekken en rits ik haar jas dicht. In één beweging graai ik alles van tafel wat we mee moeten nemen en keurig, zoals gepland, lopen we als de lange wijzer op de 6 staat, de deur uit.
Hoe gaat het er ’s ochtend bij jou thuis aan toe? Altijd keurig op tijd op school, of ook de grootst mogelijke moeite om jezelf of je kinderen op tijd op plaats van bestemming te krijgen?
Lees ook:
5x gezeik bij zindelijk worden
Waarom bedtijd en voldoende slaap zo belangrijk zijn
Uitgelichte foto: Moose Photos via Pexels
Dat ligt er totaal aan of ik KleineMeneerS wakker moet maken of dat hij mij wakker maakt. Als ik hem wakker moet maken dan weet ik dat dat ontbijt er niet in gaat. Dan moet ik hem in de houdgreep nemen om zijn luier te verschonen en kleren bij hem aan te doen. Maar mocht meneer al wakker zijn. Dan hoef ik maar te kijken naar het ontbijt of hij roept al jaaaaa en staat met zijn schoenen bijna al aan terwijl die luier nog met 1 plakker vast zit.
Ik wil dus een motie in dienen voor het leven dat de dag dus pas begint als mijn zoon wakker is…
Wij nemen ruim de tijd om het allemaal te regelen smorgens. Tussen opstaan en weg gaan moet je gewoon een 3 kwartier tot een uur rekenen. Hij moet net als zijn moeder altijd echt even wakker worden en neem er de tijd maar voor anders is je hele dag een grote strijd!
Hier ook een treuzel die liever kletst dan dan dat ze opschiet. En dan op het laatste moment ondanks vaste plekken alles kwijt zijn, en nog even iets moeten pakken. Ik ben blij dat haar vader de hele ochtendstress pakt. Ik wordt er altijd heel chagrijnig van.